Mogelijke vervanging Wet DBA
In mijn blog van 31 januari 2017 (en een aanvulling daarop d.d. 6 juni 2017) besprak ik de ingevoerde Wet DBA waarmee de oude VAR is vervangen. Het grootste bezwaar in de huidige praktijk is dat hiermee vooraf geen zekerheid meer kan worden verkregen over het wel of niet verschuldigd zijn van loonheffingen en sociale premies. Bovendien blijven onder de huidige wetgeving mogelijke naheffingen boven het hoofd hangen, ook indien gebruik is gemaakt van een modelovereenkomst. De oude VAR bood de opdrachtgever die met een zelfstandige (bijvoorbeeld zzp-er) in zee wilde wel de gewenste vrijwarende werking.
De Wet DBA heeft voor veel opdrachtgevers en zzp-ers/zelfstandigen voor onduidelijkheid en vooral voor onrust gezorgd. Om dit probleem te ondervangen is in het regeerakkoord 2017-2021 (gepubliceerd op 10 oktober 2017) voorgesteld de Wet DBA te vervangen.
In de nieuwe wet zal aan de hand van het tarief en de duur van de overeenkomst worden bepaald of op basis van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht kan worden gewerkt:
- bij een laag tarief (laagste loonschalen cao of 125%van het minimumloon) en een duur van langer dan 3 maanden is sprake van een arbeidsovereenkomst;
- bij een hoog tarief (gedacht wordt aan boven de €75,– per uur) en een duur van korter dan een jaar, kan er voor worden gekozen om buiten de loonheffingen te blijven (”opt out”);
- voor zzp-ers boven het lage tarief wordt een ”opdrachtgeversverklaring” ingevoerd. Deze verklaring biedt de opdrachtgever vooraf zekerheid dat er geen loonheffingen verschuldigd zijn bij het inhuren van een zzp-er, mits de informatie bij de aanvraag naar waarheid is verstrekt.
Na de invoering van de nieuwe wet zal gedurende 1 jaar een terughoudend handhavingsbeleid worden gevoerd.
Het is nog de vraag wanneer de nieuwe wet zal worden ingevoerd. Dit gaat gepaard met de nodige wetswijzigingen. Het is dan ook nog onduidelijk in welke vorm en per wanneer de nieuwe regels in werking zullen treden.